2. Verdragen inzake mensenrechten en fundamentele vrijheden
·De Universele Verklaring van de rechten van de mens;
·het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten;
·het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten;
·het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide;
·het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;
·het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie;
·het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen;
·het Verdrag inzake de rechten van het kind;
·het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap;
·de Verklaring van de Verenigde Naties inzake de rechten van inheemse volkeren;
·de Verklaring inzake de rechten van personen behorend tot nationale, etnische, godsdienstige of taalkundige minderheden;
·het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en het Aanvullend Protocol van Palermo inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, ter aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad;
·de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de fundamentele beginselen en rechten op het werk;
·de Driepartijenverklaring van beginselen betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid van de Internationale Arbeidsorganisatie;
·de kern-/fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie:
·Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, 1948 (nr. 87);
·Verdrag betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, 1949 (nr. 98);
·Verdrag betreffende dwangarbeid, 1930 (nr. 29) (en het Protocol daarbij van 2014);
·Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, 1957 (nr. 105);
·Verdrag betreffende de minimumleeftijd, 1973 (nr. 138);
·Verdrag betreffende de ergste vormen van kinderarbeid, 1999 (nr. 182);
·Verdrag betreffende gelijke beloning, 1951 (nr. 100);
·Verdrag betreffende discriminatie (arbeid en beroep), 1958 (nr. 111).